---

Lambertien Lamberts Killewigh

---

Lambertien Lamberts Killewigh,
geb. op 20-02-1695 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 20-02-1695 te Huijsen,
ovl. te Huijsen; < 1699.

• Vader:
  Lambert Jacobsz Killewigh, zn. van Jacob Cornelisz Killewigh ( Celewigh) en Lambertje Lamberts ,
  geb. in 1662 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-66,
  ged. Gereformeerde Gemeente te Koptiende Blaricum Eerste: 1699-80,
  Vanaf ca. 1696 schout; Gevlucht naar Vianen,
  ovl. te Huijsen; Koptienden Laatste: 1723-42-2,
  begr. te Koptiende Blaricum Laatste: 1724-52,
  , -
  LAMBERT JACOBSEN WIJCH / WIGH / CELEWIGH SCHOUT
  HUIZEN Koptienden (1682-66 1723-42-2):
  1682-66: + WIJCH
  - v. Jan Claesz Swart 6 cop
  1686-67: v. Evert Willemsz 1 Spt 5 cop 5/8
  - Situatie: 2 Spt 3 cop 5/8
  1687-67: v. Jacob Cornelisz Wigh 3 cop 3/8
  - Situatie: 2 Spt 7 cop
  1689-67: + WIGH
  1691-57: CELEWIGH
  1692-57: v. Peter Jansz Visser 3 cop 1/8
  - Situatie: 3 Spt 2 cop 1/8
  1693-57: + CEELEWIGH
  1695-57: v. Jacob Elbertsz Vos 2 cop 3/4
  - Situatie: 3 Spt 4 cop 7/8
  1696-57: + SCHOUT
  - v. Jannetje Jacob Willems Admirael 5 cop 1/4
  - v. Pou Tiedeman 1 Spt 6 cop
  - Situaie: 6 Spt 1/8
  1698-40: v. Cornelis Claesz 1 Spt 1 cop
  - v. Cornelis Ceelewigh 6 cop
  - v. Jan Aartsz 1 Spt 2 cop
  :- v. Rijck Molenaer 6 cop 1/4
  - Situatie: 9 Spt 7 cop 3/8
  - v. Steffen Lubbertsz 1 Spt 4 cop
  - v. Lambert Rutten doorn 5 cop
  - v. Lambert Rijcksz Lustigh 4 cop
  - v. Copal tot Naerden 1 Spt 7 cop 7/8
  - v. Jan Gijsbertsz Bout 6 cop 1/4
  - Situatie: 15 Spt 2 cop 1/2
  - v. Cornelis Goossensz 2 cop 1/2
  - v. Louwijs va Alckmaar 1 cop 7/8
  - Situatie: 15 Spt 6 cop 7/8
  1699-32: v. Tijmen Petersz Schram 5 cop
  1699-40: op Adrieaan Sijbarntsz Man 3 cop 3/4
  -- v. Willem Jansz Boor 3 cop
  - op Mels Jansz Boor 2 Spt 1 cop 1/2
  - v. Mels Jansz Boor 5 cop 5/8
  - v. Steffen Lubbertsz 1 Spt 2 cop
  - v. weeskinders v. Goossen Net 1 Spt 4 cop
  - Situatie: 16 Spt 7 cop 1/4
  1701-40: v. Anx Dircksz 2 cop 1/2
  - v. Gerrit Phlipsz 1 Spt
  - v. Hendrick Jacobsz 5 cop
  - Situatie: 18 Spt 6 cop 3/4
  1701-40 en 1702-40: noch op nommer 80
  1703-40: Situatie: 31 Spt 1 cop 5/8
  1704-40: Situatie: 20 Spt 4 cop 7/8
  - v. Mester Pieter tot Amsterdam 1 Spt 2 cop 3/4
  - v. Willem Jansz Boor 2 Spt 3 cop 3/4
  - Situatie: 24 Spt 2 cop 3/8
  - ER STAAT: 24 Spt 5 cop 1/8
  1706-40: v. Pieter Pietersz Ouwes 2 Spt 2 cop 1/4
  - Situatie: 26 Spt 7 cop 3/8
  - v. Lambert Rijcksz Lustigh 6 cop
  - Situatie: 27 Spt 5 cop 3/8
  1707-40: v. Hendrick Jacobsz 1 Spt 4 cop
  - v. Loegh Claesz 2 cop 1/4
  - v. Gerrit Jansz Backer 1 Spt 6 cop
  - Situatie: 31 Spt 1 cop 5/8
  - v. Adriaen Sijbrantsz Man 6 cop 7/8
  - Situatie: 32 Spt 1/2
  1708-40: v. Pouw Tiedeman 3 cop 3/8
  - Situatie: 32 Spt 3 cop 7/8
  1709-40: v. Geertruij de Waal 1 Spt 1 cop 1/2
  - v. Hendrick de Wael 2 Spt 7 cop 5/8
  - v. Jan de Wael 2 Spt 1 cop
  - v. Lambert Lambert Lambertsz 1 cop 1/4
  - v. Cornelis Gijsbertsz tot Naerden 2 cop 3/4
  - v. Gerrit Jansz de Oude 2 Spt 5 cop 1/4
  - Situatie: 41 Spt 7 cop 3/8
  - v. Lambert Claesz Prins 3 cop
  - Situatie: 42 Spt 2 cop 3/8
  1710-27: v. Johannis Dircksz v. Sanen 6 cop
  - Situatie: 43 Spt 3/8
  1711-27: v. Peter Jansz Boor 5 cop
  - v. Franck klaasz tot Naarden 5 cop
  - Situatie: 44 Spt 2 cop 3/8
  1712-27: v. Mels Jansz Boor 2 Spt 4 cop
  - v. Hendrick Ebben 3 cop 1/8
  - op IJsack Willemsz 3 cop 3/4
  - Situatie: 46 Spt 5 cop 3/4
  - op Rut Jansz Perck 3 Spt
  - v. Dirck Anxsz 3 cop 1/4
  - op Jacop Heijn de Boer 4 cop
  - Situatie: 43 Spt 5 cop
  1713-27: v. Elbert Jacobsz Smit 4 cop 1/2
  - Situatie: 44 Spt 1 cop 1/2
  1714-27: v. Willem Gijs 3 cop 1/4
  - v. Jaap Heijn=Jacob Hendrik Jacobsz 5 cop 1/4
  - Situatie: 45 Spt 2 cop
  1715-24: v. Jacob Hendrick Jacobse 5 cop 1/4
  - v. Gerrit Teijmonse Horre 3 cop 1/2
  - Situatie: 46 Spt 2 kop 3/4
  1716-24: v. Gerbert Willemsz 3 cop
  - v. Claes Willemsz Boer 3 kop
  - Situatie: 47 Spt 3/4
  171724: v. Peter LambertszSmit 1 Spt 4 cop
  - v. Rut Jansz Timmer 4 cop
  - Situatie: 49 Spt 3/4
  1719-24: v. Lubbert Jacobsz 1/2
  - Situatie: 49 Spt 1 cop 1/4
  1720-24: v. Hendrick Willemsz Gruter 7 cop
  - Situatie: 50 Spt 1/4
  1722-24: Dese post te verdelen volgens lijst te groot alhier te noteren derhalve deselve hier agter in 't boek ter neder gestelt.
  1723-42-2: overboekingh op:
  - op Jan Willemsz Boer 10 3/4 schepel 2 Spt 0 cop 1/2
  - op Cornelis Aertsz 10 1/2 schepel 2 Spt
  - op Gerbert Willemsz 2 1/2 schepel 4 kop
  - op Mijns Claesz 4 1/2 schepel 7 kop
  - op Lambert Claesz Prins 17 1/2 schepel 3 Spt 2 kop 3/4
  - op Aalbert Nieuwkerk 3 schepel 5 kop
  - op Willem Willem Teunisz 10 1/2 schepel 2 Spt
  - op Meester Swart 4 1/2 schepel 7 kop
  - op Jacob Harmensz 7 schepel 1 Spt 3 kop
  - op Rut Timmer 14 3/4 schepel 2 Spt 6 kop 2/4
  - op Gerrit Hendrix Visser 16 schepel 3 Spt 0 cop 2/4
  - op Gerrit Jansz Doorn den Ouden
  - 9 schepel 1 Spt 5 kop 3/4
  - op Jacob Lambertsz Smit 13 1/2 schepel 2 Spt 4 kop 3/4
  - op Pieter Jan Niesen 8 1/4 schepel 1 Spt 4 kop 2/4
  - op Arent Tideman 26 schepel 5 Spt 0 cop 1/4
  - op Gijsbert Tijmen Jacobsz 6 1/2 schepel 1 Spt 2 kop
  - op Sijmen Sijmensz 3 schepel 5 kop
  - op Jacob Hendrix Snijder 10 1/4 schepel 2 Spt
  - op Jacob Claes Jongerden 3 schepel 5 kop
  - op Gijsbert Jacobsz 3/4 schepel 1 kop 1/4
  - op Jan Jansz Doorn 2 1/2 schepel 4 kop
  - op Meeuwis Goossen 9 1/2 schepel 1 Spt 6 kop 2/4
  - op Lambert Pronck 1 1/2 schepel 2 kop 1/4
  - op Jacob Tijmensz 5 schepel 1 Spt
  - op Jacob Wijgertsz 2 1/2 schepel 3 kop 2/4
  - op IJsaak Willems Spilt 1 schepel 4 kop
  - op Paulus Mattijs Tideman met Boudewijn Ploos
  - met Jacob Cilwigh en IJsaack Spilt
  29 1/4 schepel 5 Spt 5 kop
  - op Lambert Prins 3 1/2 schepel 5 kop 1/4
  - op Meeuwis Gijsbertsz Backer 1 schepel 1 kop 2/4
  - op Aart Gerrit Coppen 3 schepel 4 kop 2/4
  - op Klaas Jacobsz Schram 4 schepel 6 kop
  - op Rijk Lambertsz Lustigh 3 1/4 schepel 5 kop
  - op IJsaak Willemsz Spilt 2 1/4 schepel 3 kop 2/4
  - op Casparus Guijcken 5 3/4 schepel 1 Spt 1 kop
  - op Jacobus v. Hoorn 3 1/2 schepel 5 kop 1/4
  - op Gerrit Jacobsz 3 1/2 schepel 5 kop 1/4
  - Totaal afgezet: 50 Spt 7 kop 1/4
  -
  LAMBERT JACOBSZ CEELEWIGH SCHOUT TOT HUIJSEN
  BLARICUM Koptienden (1699-80 1724-52):
  1699-80: v. Willem Heijndrick Sijmonsz 5 cop 1/2
  - (5 1/2 cop op 3 Scheepel en 1 Spint lant)
  1707-80: v. Loogh Jacobsz 3 cop
  - v. Peter Vos 1 Spt 1 cop 1/4
  - Situatie: 2 Spt 1 cop 3/4
  1717-53: v. Teunis Gerritsz 7 cop 1/2
  - Situatie: 3 Spt 1 cop 1/4
  1718-52: op Dirxck Ploos 7 cop 1/2
  - Situatie: 2 Spt 1 cop 3/4
  1724-52: op Jacob Tijmensz 1 Spt 1 cop
  - op Isaak Willemsz Spilt 4 cop 3/8
  - op Gerrit Jacobsz Snijder Huijserboeck 4 cop 3/8
  -
  Huizen-DTB-3A-Trouwen; 17-02-1686: Lambert Jacobsen Kilewigh j.m. met Peetien Willems j.d. beijde van Huijsen
  -
  Huizen-DTB-3A-Trouwen; 14-12-1687: Lambert Jacobsen Kilwegh (wewenaar) Peetien Willems, met Jannetien Antonis j.d. van Naarden
  -
  Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1688 (Paasdach); aangenomen op Belijdenis: Jannetien Antonis (huijsvr. van Lambert Jacobsen Kileweigh)
  -
  Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691; Ondereijnde van het Dorp; 123: Lambert Jacobsen Kilewigh en 124: Jannetien Antonis E.luijden
  -
  ONA-3713A011; 21-05-1691: Testament Jacob Gerritsz en Lambertje Lambertsz echteluijden wonende tot huijsen, tevens gedeeltelijke herziening van huwelijkse voorwaarden; veel geld.(f 1600) en land; komenijs Winckel met toebehoren
  Lambertien Lamberts benoemt tot haar erfgenamen haar 2 zonen Killewigh Jacobsz en Lambert Jacobsz ofte derselver descendenten; getuigen Wijchgert Jacobsz en Claes Jacobsz Jonger
  -
  ONA-3713A041; 12-07-1692: Mr. Jacob Swart chirurgijn binnen des dorps Huijsen en Teuntien Hendricks zijn huijsvrouw verklaarden op verzoek van Jan Jacobsz Taback dat op 30 maart j.l. bij hem thuis kwam Pieter Jacobsz Grutter die getrouwd is met
  de dochter van Jan Jacobsz Taback genaemt Neeltje Jans en dat zij daags te voren op Zaterdag 29 maart in de kraam bevallen was en verklaarde hij dat hij een middel gevraagd had om de pijn in de buik te stillen. Op de 1e April de zuster van
  voorn. Pieter Jacobsz Grutter genaemt Neeltien Jacobs het hoofd van een seecker minnekint verbonden alvorens haar broer Pieter Jacobsz Grutter present was
  Aalt Eliss/Elijs vroetvrouw binnen het dorp daer sij Pieter Jacobsz vrouw in haar noot bedient hadden. In presentie van Tijmen Pietersz Schram en Lambert Jacobsz Killewigh
  -
  ONA-3714A008; 05-03-1693: Jacob Lambertsz Smit en Lambert Jacobsz Killewigh wonende binnen Huijsen verklaarden f 700 te hebben ontvangen als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van wijlen Samuel Samuelsz in zijn leven out
  Burgemr. van Naerden, volgens obligatie gepasseert bij wijlen Jacob Goosen Schoutten ten behoeve van Willem Pietersz van Baren op 27-01-1670 waarvoor gemelde burgmr. Samuels borg stond..
  Aan Jan Willemsz Coster interest zullen betalen.
  Mede comparanten Sijmen Sijmensz Rademacker gehuwd met Bartien Antonis, Jacob Lambertsz Smit gehuwd met Emmetien Antonis en Lambert Jacobsz Killewigh gehuwd met Jannetien Antonis en Jan Gelmersz als voogd over de kinderen van Nelletien Antonis
  voor haar zelf als de mede erfgenamen van Jaapjen Antonis zaliger in haar leven gehuwd geweest met Jan Willemsz Coster ; en ontslaan Gerrit Samuelsz van sodanige borgtoght
  -
  Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Ondereijnde van het Dorp; 38: Lambert Jacobsz Kilewigh Schout en 39: Jannetien Anthonis E.luijden
  -
  ONA-3718A044; 03-05-1701: Testament Lambert Killewigh, schout des dorps Huijsen, en Jannetien Antonis/Teunis zijn huijsvrouw. Langstlevende contract. de langstlevende moet de kinderen onderhouden. Ter presente van Wijchert Jacobsz Backer
  Buijrmr en Leendert van der Duijest
  -
  ONA-3718A047; 18-05-1701: Testament Grietie Lamberts Perck jonge dochter binnen Huijsen institueert tot erfgenaam haar vader Lambert Gerritsz Perck ; haar ooms en voogden Jacob Lambertsz Smit en Lambert Killewigh; getuigen Lucas Arientsz en
  Leendert Duijts
  -
  Huizen-DTB-19Lidmaten-1708; Onder Eijnde: 41: Lambert Jacobsen Kilewigh en 42: Jannetien Teunis E:luijden; 43: Aafien Jans dienstmaaght aldaar
  -
  ORA-184-3197A030; 01-09-1709: Lambert Jansz d'Oude en Cornelis Killewigh als erfgenamen van Gerrit Jansz d'Oude zich sterk makende en de rato caverende voor de verdere mede erfgenamen, alsmede Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als execureurs
  van het testament van Haesje Fytis verkochten aan Lambert Killewigh een 5 stukken (maet)land en een camp voor in totaal fl. 1147:15
  -
  ORA-184-3216A020; 12-05-1713: Acte van bewijs. Fredrick Knollenburgh weduwenaar van Lambertje Cornelis Killewigh te kennen gevende tot een 2e huwelijk te begeven, bewijst aan sijn kint genaemt Tijmentje (Fredricks) Cnollenburgh komt met de
  voogden Cornelis Killewigh, Grootvader en Lambert Killewigh, Oom van het selve kind, zijn overeengekomen: f 1.250 diverse sieraden, en opvoeding
  -
  Kroniek L.R.Lustigh-176-1527; Folio 020: 28-09-1713: Ja selfs soo verre, dat onse Schout Lambert keelwigh, een man met groot verstant, en sijn broeder Cornelis keelwigh en meer andere mannen van qualiteijt, al t' samen veele hoijklampen met
  stalen steeck ijsers gingen viesenteren, en niet konnende bespeuren of gewaar worden, dat het aen de Hoijklampen scheelde, soo en wisten sij niet, wat het selve was Ja selfs oock niet onsen waarden broeder in Christo alschoon hij wel staande
  houde, dat het geen Hoijsmeulent Hoij was, en dat hij oock wel staande Houde, en noch met eenen dierbaren Heijligen Eedt, als 't noot was, staande soude Houden, dat hij dese vale swevende damp, soo en soo, als voorschreven is, met sijn Eijgen
  ogen heeft # sien opkoemen aenkoemen en geroecken enz
  -
  ORA-184-3216A017; 04-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Jacobsz jonghman toecomende bruijdegom geassisteert met Maghteltje Hendricks weduwe van Jacob Gerritsz Snijder sijn moeder mitsgaders Pieter Gerristz Snijder en Lambert Killewigh
  schout, sijn vooghden ter eenre, en Jannetje Jans Jonge doghter toecomende bruijd geassisteert met haer vader Jan Jansz Jonge regerende buijrmeester alhier ter andere sijde. Inbreng bruijdegom: stukken land, f 2.000 en een obligate van f 150
  t.l.v. Gerbert Willemsz; de bruijd brengt in: een huijs, stukken land, een lijfrente brief van f 500, twee obligaties van elk f 500 t.l.v. 't gemene land en f 1.300
  -
  Kroniek L.R.Lustigh-176-1527; Folio 179; 29-12-1718: Anno 1718 op Vrijdagh morgen 29 december ontrent de klocke drie uren doen ontstont in een Huijs van onse jegenwoordige schout Lambert J. keelwigh te weten het Huijs gekoemen van Haasje
  fijtissen,eene verschrickelijke en Erbarmelijke brant, ende dat met een stercke zuijt westen koude en vriesende wint soodanigh dat men niet anders dagt, ofte het beste en meeste van ons schoone en welvarenste dorp, ende met al datter in was
  soude verbranden, dogh op het klocke geklep, slaande op eene kant, gelijk men in soodanige droevige gevallen alhier gewoon is, den brantklock te doen kleppen
  soo quamen het meesten deel van onse ingesetenen ende ook onse precident Buijrmr Jacob Cornelisz keelwigh, niet alleen bij het voornoemde brandende Huijs te voorschijn, maar soo door het wacker commanderen van de voornoemde Jaap Ceesen
  -
  Kroniek L.R.Lustigh-176-1527; Folio 203; 01-02-1721: Ja: ontrent dese nieuwe Jare 1721, doen quiteert Lambert Jacobsz keelwigh schout tot Huijsen ende Anthoni L: keelwigh schout tot Laren hare schoutampten, Ja hadden sij dat selve niet gedaan,
  sij soude seekerlijk in 't kort van haar voorz ampten afgeset geworden hebben--- Ja die van ons dorp Huijsen en die van Laren die sijn maar blijde dat sij van dese Haastige en quaataardige menschen verlost sijn
  -
  ORA-184-3217A005; 24-10-1721: Cornelis Killewig (65) oud schepen en Buijrmeester deses dorps, Lambert Rijksz Lustig (65) mede oud schepen alhier verklaarden ter requisitie van d'Heer Pieter Anthonij de Hubert Heere van Cruijningen Rilland en
  Drost van Muijden, Bailliuw van Goiland hooftofficier van Weesp WeesperCarspel en Hoogbijlemer @@@, dat sij comparanten zedert den Jaare 1665 tot den Jaare 1695, binnen dese dorpe huijzen als schouts resepctievelijk gekent hebben de personen
  van Jan Lambertsz Swart, Pieter Jansz Visser, Lourens de Wolff, Kornelis de Jong en Claas Rijksz Brakel en seer wel te weten dat geduijrende de bedieninge van de resp. schouten altoos een bode binnen dese dorpe huijsen is geweest en de schouten
  altoos binnen dese dorpe en Jurisdictie van dien hebben ge-excerceert het afslagersampt enz. Dat na voorn: Claas Rijksz Brakel is gesuccedeert Lambert Killewig.
  Wijders compareerden mede Maria Claas de Swart (87) en Lubbert Jacobsz (89) en verklaarden dat Claas Huijgen de Swart in de Jare 1642 schout is geworden, in den Jaare 1656 in desselfs plaatse is gesuccedeert Claas Jan Swarten, en dat vervolgens
  is gesuccedeert Elbert Jansz Swarten en Jan Lambertsz Swart.
  - Compareerden meede Claas Jacobsz Jongerden (59) en Aart Jacobsz Vos (55), beijde oude schepenen en verklaarden seer wel gekent te hebben de schouten Pieter Jansz Visser, Lourens de Wolff, Kornelis de Jong en Klaas Rijksz Brakel
  - Maria Claas de Swart verklaarde dat Claas Huijgen de Swart haar vader is geweest.
  -
  ORA-184-3177; 05-06-1722: Aan de Ed: Agtbare Geregte des dorps Huijzen
  Geven met behoorlijk respect te kennen de onderges crediteuren van Lambert Killewig, dat de gem: Killewig zig uijt desen dorpe Huijsen, met sijn vrouw, en huijsgezin heeft geritereert, met hem nemende genoegsaam alle zijne doederen, en is gaan
  wonen binnen de Stad Vianen en dewijle denselve Killewig zig heeft gedeclareerd sijn boedel en goederen die door hem nog zijn overgelaten ten behoeve van zijn crediteuren te abandonneren, en dat het oversulx van de uijtterste noodsaekelijkheijt
  zal zijn dat imand werde gequalificeert tot redding van de voorz overgelaten goederen met magt omme dezelve re gelde te maken, soo keeren de Supplianten henlieden tot Uw Ed Agtb: versoekende dat Uw Ed: Agtb tot het geene voorz is, gelieve aan
  te stellen Jacob Tijmensz, Ysaak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder met de magt om de de onroerende goederen soo van huijzen, Landerijen, Lijffpagt, mitsgaders de verdere goederen te verkopen, transporterenende over te dragen, en de vorderlijke
  inschulden te ontfangen, en daar van quitantie te geven, en voorts met sodanige magt als deselve ter verrigtinge en uijtvoeringe van de voorz Commissie sullen nodig hebben, en haar daar van te verlenen acte in forma (onderstont) dit doende @
  (was getekent)
  Arent Tiedeman, G: Nagtglas, Gerard Gansneb Genaamt Tengnagel, Evert Schriek, Jacob Tijmensz voor erfgen Efjen Gerrits, Jacob Tijmensz per ordre H: de Waal, Gerrit Pater, Ebbe Huijbertsz, Jan Claasz, Teuntje Jacobsz Smit par order van de weduwe
  Jacob Smit, Poulus Tiedeman, Matthijs Tiedeman, Matthijs Tiedeman P: ordre van Cornelis van Maare, Hendrik Valkenburg, Isacq Ackersloot, Isacq Thin?, Eppenhoof, Willink en van Loghem soo voor hem selven als voor Hendr: Eppenhoff, de weduwe
  Jacobus Ploos van Amstel, Gerrit Vogel voor de Erffgenamen van Wickvoort, E vert Pietersen, Jan Jansz Jongh, Jacob van Louw, Judith van de Bergh, Jan Putter, Hendrik Hartman, Pieter Cosser, Jan en Erik Tiers, dit is het merk + van de weduwe
  Jacob Guijken, Jacob Perizonius, Jan Bardeloo, Frans Wiltman, Lambert Perk.
  Schepenen des dorps Huijzen gezien en ge-examineert hebbende de bovenstaande requesten gepresentt door de crediteuren van Lambert Killewig en gelet op het versoek indeselve vervat qualificeren en committeren ten eijnde als inde voorz requeste
  staat gemelt de personen van Poulus Tiedeman, Jacob Tijmensz, Ysak Willemsz Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder welke gehouden sullen zijn omme ten overstaan van deses Geregte te maken Staat en Inventaris van de voorsz boedel, mitsgaders de
  effecten van dezelve enz
  -
  ORA-184-3177; 06-11-1722: Nademaal Joost Vree en Cornelis Aartsz jegenwoordige voogden over de persoon van Aaltje Cornelis de Graaf aan de Geregte des dorps Huijzenhebben vertoont hoe dat Lambert Killewig gewezene en administrerende voogd over
  de voornoemde Aaltje Cornelis de Graaf van hier gefailleert en na Vianen is komen te vertrekken, met sig genomen hebbende de penningen (f 207.16) die onder hem van de voorn: Aaltje Cornelis de Graaf berustende waren enz. Jan Jansz Jonge,
  tr. (1)
  met Peetien Willems .,
  tr. (2) op 14-12-1687 te Huijsen.

• Moeder:
  Jannetien Antonis , dr. van Anthonis Pietersen en Teuntje Jans ,
  geb. in 1662 te Naerden,
  Gereformeerde Gemeente,
  ovl. op 02-12-1750 te Huijsen,
  begr. op 02-12-1750 te Huijsen; Pro Deo,
  , -
  Huizen-DTB-3A-Trouwen; 14-12-1687: Lambert Jacobsen Kilwegh (wewenaar) Peetien Willems, met Jannetien Antonis j.d. van Naarden
  -
  Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 18-04-1688 (Paasdach); aangenomen op Belijdenis: Jannetien Antonis (huijsvr. van Lambert Jacobsen Kilweigh)
  -
  Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691; Ondereijnde van het Dorp; 123: Lambert Jacobsen Kilewigh en 124: Jannetien Antonis E.luijden
  -
  ONA-3714A008; 05-03-1693: Jacob Lambertsz Smit en Lambert Jacobsz Killewigh wonende binnen Huijsen verklaarden f 700 te hebben ontvangen als voogden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van wijlen Samuel Samuelsz in zijn leven out
  Burgemr. van Naerden, volgens obligatie gepasseert bij wijlen Jacob Goosen Schoutten ten behoeve van Willem Pietersz van Baren op 27-01-1670 waarvoor gemelde burgmr. Samuels borg stond..
  Aan Jan Willemsz Coster interest zullen betalen.
  Mede comparanten Sijmen Sijmensz Rademacker gehuwd met Bartien Antonis, Jacob Lambertsz Smit gehuwd met Emmetien Antonis en Lambert Jacobsz Killewigh gehuwd met Jannetien Antonis en Jan Gelmersz als voogd over de kinderen van Nelletien Antonis
  voor haar zelf als de mede erfgenamen van Jaapjen Antonis zaliger in haar leven gehuwd geweest met Jan Willemsz Coster ; en ontslaan Gerrit Samuelsz van sodanige borgtoght
  -
  ONA-3718A044; 03-05-1701: Testament Lambert Killewigh, schout des dorps Huijsen, en Jannetien Antonis/Teunis zijn huijsvrouw. Langstlevende contract. de langstlevende moet de kinderen onderhouden. Ter presente van Wijchert Jacobsz Backer
  Buijrmr en Leendert van der Duijest
  -
  Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 02-12-1750: Jannitje Antonis: Pro Deo
  VRAAG: Is dit de goede Jannetje Antonis, daar Lambert Jacobsz Killewigh in 1722 gevlucht is naar Vianen, m.a.w. of zij is in Huijsen gebleven na zijn vertrek of is terguggekomen na zijn overlijden in Vianen (datum niet bekend).